SIELHOF
NEUHARLINGERSIEL
Jan
Pluis
01
Frontaal
aanzicht van de Sielhof
De
Adelresidentie Sielhof werd in opdracht van Siebelt Frerichs Eymen
in 1755 gebouwd. In 1825 werd de familie Eucken de nieuwe eigenaar.
Toen in 1906 George van Eucken verheven werd in de adelstand, werd
het landgoed verbouwd. Sinds 1967 is in de Sielhof ondere andere een
restaurant ondergebracht.
02
Detail
van de rijk gesneden deur in de Upkammer
met
de naam van Siebelt Frerichs Eymen en het jaartal 1756.
Betegeling in de Sielhof, Neuharlingersiel
Het
landgoed Sielhof kreeg een rijke betegeling in twee kamers. De ene
kamer (der Fliesensaal) is
betegeld met bijbeltegels, in de andere zaal (der
Upkammer) bevindt zich een schouw met tegeltableaus. Het
betreffen drie
tegeltableaus met een bloemstuk en twee met een hanger, geschilderd
door Pals Karsten (1723-1776) van de gleibakkerij Buiten de
Kerkpoort in Harlingen.
Het
onderwerp van deze publicatie gaat in de eerste plaats over de
omvangrijke betegeling in de eerst genoemde ruimte, waarin bijna 800
bijbeltegels uit Amsterdam zijn toegepast. Er zijn ons verder geen
betegelingen met dit type tegels in deze omvang bekend. Daarom leek
het wenselijk een analyse te maken van deze serie. Alle
voorstellingen zijn in Tabel 1 bij elkaar geplaatst.
03
Der Fliesensaal
met Amsterdamse bijbeltegels van vóór de restauratie.
Opname Heiko Wilts 2008.
Allereerst
volgt een beschrijving van de indeling van de tegelkamer met
vermelding van het aantal tegels dat in Amsterdam, resp. in
Harlingen is gemaakt.
04
Wandindeling
van de betegelde wanden in de Fliesensaal.
|
Totaal
|
Amsterdam
|
Harlingen
Basterde
histories
|
1.
Wandvlak links
|
341
|
341
|
---
|
2.
Wandvlak onder raam 8 x 13
|
104
|
104
|
---
|
3.
Vensternis links 15 x 2
|
30
|
---
|
30
|
4.
Vensternis rechts 15 x 2
|
30
|
8
|
22
|
5.
Wandvlak tussen raam en deur 27 x 4
|
108
|
106
|
2
|
6.
Deurnis links 23 x 3
|
69
|
69
|
---
|
7.
Deurnis rechts 23 x 3
|
69
|
69
|
---
|
8.
Wandvlak van 1 rij tegels 23 x 1
|
23
|
15
|
8
|
Boven
het venster
|
42
|
40
|
2
|
Boven
de deur
|
33
|
32
|
1
|
Totaal
inclusief de halve tegels.
|
849
|
784
|
65
|
05
Wandvlak
links (1), in de vensternis links 1 rij tegels (3)
Opname : Klaus-Peter Dyroff, 21 januari 2008.
06
Wandvlak
onder het venster,
12 tegels breed (2), in de vensternis met aan elke kant een
rij tegels (3, 4).
07
Wandvlak
tussen raam en deur 27 x 4 tegels (5).
Deurnis links, 3 tegels breed (6).
08
Deurnis
rechts, 3 tegels breed (7) en 1 rij tegels rechts (8)
Documentatie
Toen
bleek dat restauratie dringend nodig was, werd de Firma
Restaurierungsatelier Mosaikkunst Klaus-Peter Dyroff te Schmiedeberg
gevraagd, de tegels van de muur te verwijderen. Op 21 januari 2008
werd daarvan een fotoreportage gemaakt. Na het demonteren van de 849
tegels kon Klaus-Peter Dyroff op 4 december 2009 deze weer
overdragen aan de
Sielhof.
Na
de restauratie in 2010 heeft Pastor Wolfgang Beier te Mönkeboe op
18 maart 2013 nagenoeg alle Amsterdamse bijbeltegels gefotografeerd.
Van de 849 zijn er 643 door hem per tegel opgenomen, die voor een
groot deel voor deze publicatie gebruikt zijn.
Aanvullende
opnamen werden gemaakt door Achim Röder te Neuenhaus op 19 oktober
2013 (algemene opnamen) en op 8 augustus 2014 de tegels van de
vensternis. Jan Pluis te Noordsleen fotografeerde op 8 augustus 2014
de tegels en tableaus van de haardnis.
Het
vervaardigingsproces van een tegel
Eerst
zou ik graag het proces van het
vervaardigen van een traditioneel gevormde tegel tonen en
beschrijven (afb. 9). Nadat de klei bereid is (wassen, toevoeging
van kalk of mergel) worden de tegels met de hand gevormd met behulp
van enkele gereedschappen. De steenmaker (de man die de tegel vormt)
strooit een beetje zand op de tafel waarop de tegel gevormd zal
worden opdat de tegel niet vastplakt op de tafel. De verdere
werkwijze wordt bij de afbeelding beschreven.
09
Vormgeving,
biscuitbrand, glazuren en beschilderen van tegels:
1.
|
Vormraam
met rolstok voor het vlakrollen van de kleimassa;
|
2.
|
De
juist gevormde tegel met snijplankje. In het snijplankje is in
de twee tegenover elkaar liggende hoeken een klein spijkertje
geslagen. De twee iets uitstekende spijkertjes voorkomen het
verglijden van het snijplankje tijdens het snijden. Bij de
kant en klare tegel ziet men nog altijd de kleine
spijkergaatjes (tot ca. 1864).
|
3.
|
Met
dit mes wordt de tegel schuin naar binnen op maat gesneden;
|
4.
|
Een
keer gebakken tegel (biscuit);
|
5.
|
Tegel
bedekt met witbakkende tinglazuur;
|
6.
|
Een
met koolstof gevuld linnen zakje. Daarmee wordt op de
tinglazuur liggende spons geklopt.
De hoofdlijnen van het decor staan nu in kleine zwarte stipjes
op de tinglazuur.
|
7.
|
Spons
+ tegel met doorgestoven hoofdlijnen;
|
8,
9.
|
De
hoofdlijnen worden nu met speciaal penseel geschilderd (de
‚trek‘);
|
10.
|
De
geheel geschilderde tegel wordt voor de tweede keer gebakken
(glazuurbrand);
|
11.
|
Kant
en klare tegel.
|
Het vervaardigingsproces is bij de bijgemaakte tegels (1990, 2011) niet
wezenlijk anders.
In
de Sielhof komen twee soorten
bijbeltegels voor: het ene type met fijn geschilderde bomen, het
andere type met gesponste boompjes (Basterde histories).
Bijbeltegels werden in Nederland sedert ongeveer 1640 geproduceerd.
Voor de afbeeldingen gebruikte men vaak prenten als voorbeeld,
vooral die van Pieter Schut.
(Pieter H. Schut, Toneel
ofte Vertooch der Bybelsche Historien, Amsterdam 1659).
De
tegels in de Sielhof echter hebben geen grafisch voorbeeld. Het
blijkt dat alle voorstellingen van de tegels in de
Sielhof uitsluitend terug gaan op Utrechtse tegels, die daar
vanaf ca. 1680 tot ca. 1750 zijn gemaakt. Het lijkt er op dat
omstreeks 1750 de Utrechtse sponsen van de fijn geschilderde tegels
in Amsterdam zijn terecht gekomen waarmee de tegels van Sielhof zijn
gemaakt. In Tabel 1 is dat geïllustreerd. Na veel vergelijken bleek
dat de fijn geschilderde tegels in Amsterdam vervaardigd werden,
naar alle waarschijnlijkheid in de beroemde tegel- en
aardewerkbakkerij van Willem van der Kloet (1666-1747) aan de
Prinsengracht, genaamd De Twee Romeinen.
De
tegels in de Sielhof zijn in een
dubbele cirkel geschilderd. Het hoekmotief wordt ossenkop genoemd en
gaat terug op een motief op Chinees porselein en komt sinds ongeveer
1620 als hoekmotief op Nederlandse tegels voor. De ossenkop van de
Amsterdamse bijbeltegels hebben korte horens.
Van
het type met de fijn geschilderde bomen zitten 765 tegels aan de
muur, daarvan zijn 650 goed zichtbaar.
Er konden 37 verschillende voorstellingen worden vastgesteld (OT 17,
NT 20). Dat betekent dat veel voorstellingen zich herhalen. De meest
voorkomende scène is Jezus die door de zondares
wordt gezalfd (N 164, 30x),
tot de minst voorkomende voorstellingen behoren De
genezing van de knecht van de Romeinse hoofdman van Kafarnaüm
(N 138b) en
het gebed van Jezus in Getsemane - Jezus wordt door een engel gesterkt (N
173), ieder 6x.
Er
zijn nog enkele betegelingen bekend met hetzelfde type Amsterdamse
tegel. Een omvangrijke verzameling is te vinden in List op Sylt in
een Gasthof (afb. 14). Het gaat hier om 339 tegels. Een andere
tegelwand met het hier beschreven type bevindt zich in het
Nissenhaus te Husum, afkomstig uit een pand op Föhr (afb. 15). Deze
serie loopt nagenoeg parallel aan die van de Sielhof. Slechts een
enkele voorstelling daarvan komt niet voor in die van de Sielhof: Simson
laat de tempel van Dagon instorten (Richt.
16:28-30, O
151). Van die voorstelling wordt hier het oudste type afgebeeld (Utrecht, ca.
1680) en een tegel van het Nissenhaus in Husum. Van de oudste
Utrechtse serie van ca. 1680, die als voorbeeld diende, konden 39
verschillende voorstellingen worden gedocumenteerd (OT 28, NT 11).
Een tweede voorstelling die in de Sielhof ontbreekt is die van De
beren die de kinderen van Bet-El verscheuren
(2 Kon. 2:24b, O 232).
Een
andere betegeling bevindt zich als tegelwand achter een Bilegerofen
in Blocksberg (Gem. Galmsbüll;
afb. 16). In deze wand zat ook een schepentableau van Dirk Danser,
van wie een aantal tableaus bekend is tussen 1730 en het jaar van
zijn overlijden in 1764. In dit huis is ook een kleine messing
zonnewijzer aangetroffen met het jaartal 1759. De betegeling zal
eveneens van omstreeks 1759 zijn. Niet zover daar vandaan is nog een
tegelwand met hetzelfde type bijbeltegel aangetroffen en wel in
Dagebüll (afb. 17).
De
noordfriese zeelui voeren vaak op schepen uit Amsterdam. De
meegebrachte tegels werden vooral
afgezet in Noordfriesland. Een
gebied waar doorgaans vrijwel alleen Friese tegels zijn toegepast is
de betegeling van de Sielhof met Amsterdame tegels dan ook een
uitzondering.
10
O
151 Richt.16:28-30 - Simson laat
de tempel von Dagon instorten, Utrecht, ca. 1680.
(Nederlands Tegelmuseum, Otterlo)
11
O
151 Richt.16:28-30 - Simson laat
de tempel von Dagon instorten, Amsterdam,
ca. 1750.
Betegelde kamer uit Föhr (Nordsee Museum Nissenhaus, Husum)
Een
andere plaats waar men het type tegel van de Sielhof niet zou
verwachten is Emsdetten. Daar zijn op twee locaties deze tegels te
vinden, wel met een aanvulling van tegels die naar de prenten van
Pieter Schut - en een enkele naar een Rotterdamse tegel - zijn
geschilderd: Gasthof Düsterbeck en Gasthof Engeln.
Deze tegels zullen via de Ems naar Emsdetten zijn gekomen, waar een
belangrijke linnenhandel was.
Een tegelserie is voortdurend in beweging, Er komen voorstellingen
bij en er gaan voorstellingen af. Dat er in Emsdetten andere
voorstellingen zijn toegevoegd zou kunnen duiden op een iets latere
datering, ca. 1760. Zowel de betegeling van Gasthof Engeln (afb. 18)
als Düsterbeck bevatten tegels die niet alleen teruggaan op
Utrechtse tegels maar ook op prenten van Pieter Schut en Rotterdamse
tegels.
Voordat de sponsen van de Sielhoftegels uit Utrecht in Amsterdam
terecht kwamen was de Amsterdamse serie bijbeltegels homogener en is
vrijwel geheel naar de prenten van Pieter Schut geschilderd. Een
voorbeeld daarvan is te vinden in de Amalienburg in het slotpark
Nymphenburg te München, gebouwd 1734-1739 (afb. 19).
Behalve
Amsterdamse tegels komen nog 21 voorstellingen voor van het type
Basterde histories (eenvoudige voorstellingen tussen gepsonste
boompjes) uit Harlingen, eveneens daterend van ca. 1755. Deze tegels
zijn te zien in de vensternissen en in de vloer van de haard.
12
Veld
van 16 tegels van wandvlak 5.
13
De
voorstellingen van de tegels van afb. 12.
In
Overzicht 1 zijn van alle voorstellingen van de Amsterdamse tegels
bijbelplaats en titel vermeld, vooraf gegaan door een getal dat
correspondeert met de nummering in het boek van
Jan
Pluis, Bijbeltegels. Bijbelse voorstellingen op Nederlandse wandtegels van de 17e
tot de 20e eeuw / Bibelfliesen. Biblische Darstellungen
auf niederländsichen Wandfliesen vom 17. bis zum 20. Jahrhundert.
Münster 1994. In de laatste kolom staat achter iedere voorstelling het aantal keren dat
een bepaalde voorstellingen in de Sielhof is aangetroffen.
Overzicht 1. Lijst van de voorstellingen van de
Amsterdamse bijbeltegels, Sielhof
|
Oude
Testament
|
|
|
7
|
Gen. 3:6
|
Adam
en Eva in het paradijs - de zondeval
|
15
|
14
|
Gen. 4:8
|
Kaïn
slaat Abel dood
|
8
|
23
|
Gen.
11:3-5
|
De
torenbouw van Babel
|
12
|
34
|
Gen.
19:26
|
De
verwoesting van Sodom en Gomorra - Lots vrouw als zoutpilaar
|
20
|
57
|
Gen.
32:25,26
|
Jakob
worstelt met de engel
|
22
|
76
|
Gen.
44:11,12
|
De
zilveren beker in Benjamins zak gevonden
|
20
|
86
|
Ex.
2:12b
|
Mozes
begraaft de Egyptenaar
|
7
|
109
|
Ex.
34:29-32
|
Mozes
toont de nieuwe stenen tafelen
|
22
|
116
|
Num.
21:8,9
|
De
koperen slang
|
19
|
120
|
Dtn.
34:1-5
|
De
dood van Mozes
|
14
|
144
|
Richt.
14:6
|
Simson
verscheurt een leeuw
|
21
|
175
|
1 Sam.
17:51
|
David
houwt Goliat het hoofd af
|
13
|
216
|
1 Kon.
17:6
|
Elia
door de raven gevoed a
|
20
|
216
|
1 Kon.
17:6
|
Elia
door de raven gevoed b
|
14
|
228
|
2 Kon.
2:11
|
Elia's
hemelvaart
|
8
|
231
|
2 Kon.
2:23,24a
|
Elisa
door de kinderen van Betel bespot
|
16
|
290
|
Jona
2:11
|
Jona
wordt aan land gespuwd
|
13
|
302
|
Tob.
6:4,5
|
Tobias
en de engel onderweg
|
12
|
|
|
|
276
|
|
Nieuwe Testament
|
|
|
12
|
Luk.
2:8-11
|
De
verkondiging aan de herders
|
20
|
21
|
Mat.
2:14
|
De
vlucht naar Egypte
|
13
|
27
|
Mat.
3:16
|
De
doop van Jezus in de Jordaan
|
20
|
28
|
Mat. 4:3
|
De
verzoeking in de woestijn - stenen veranderen in broden
|
21
|
36
|
Joh. 4:7
|
Jezus
en de Samaritaanse vrouw
|
20
|
67
|
Mark.
12:41-44
|
Het
penningske van de weduwe
|
17
|
92
|
Luk.
10:29b-34a
|
De
barmhartige Samaritaan - hulp voor de gewonde
|
9
|
107
|
Luk.
15:14-17
|
De
verloren zoon als varkenshoeder
|
11
|
110
|
Luk.
16:19-21
|
De
rijke man en de arme Lazarus
|
13
|
136
|
Joh.
5:5-9
|
De
genezing van de verlamde te Betesda
|
18
|
138a
|
Mat.
8:5-8
|
De
genezing van de knecht van de Romeinse hoofdman
|
19
|
138b
|
Mat.
8:5-8
|
De
genezing van de knecht van de Romeinse hoofdman
|
6
|
140
|
Mat.
8:23-27
|
Jezus
stilt de storm op het meer
|
14
|
158
|
Joh.
11:43,44
|
De
opwekking van Lazarus
|
14
|
163
|
Mat.
21:19
|
De
vervloeking van de vijgenboom
|
8
|
164
|
Luk.
7:37,38
|
Jezus
door de zondares gezalfd
|
30
|
167
|
Joh.
13:6-8a
|
De
voetwassing - Petrus weigert zich de voeten te laten wassen
|
22
|
173
|
Luk.
22:43
|
Jezus'
gebed in Getsemane - Jezus gesterkt door engel
|
6
|
178
|
Mat.
26:75a
|
De
(derde) verloochening van Petrus
|
19
|
186
|
Joh.
19:1
|
De
geseling
|
18
|
203
|
Mat.
28:2-4
|
De
opstanding
|
23
|
|
|
|
341
|
OT
276 + NT 341 + 15 (rij 8) = 632
Tabel 1. De Amsterdamse bijbeltegels en hun voorbeelden
14
Zes
tegels in de Alte Gasthof in List op Sylt. Foto: Wilhelm Joliet
(2014).
In
List op Sylt bevindt zich in Der Alte Gasthof een geheel betgelde
kamer met 339 tegels van het type van de Sielhof. De wanden met deze
tegels zijn allemaal afgebeeld in de publicatie van Wilhelm Joliet:
Bijbeltegels van de 18e eeuw in een 1650 gebouwde boerderij in List op
Sylt
www.geschichte-der-fliese.de/gasthof.html
15
O
120 De dood van Mozes (Deut. 34:1-5); O 176 David
houwt Goliat het hoofd af
(1 Sam. 17:51), ca. 1750. Betegelde kamer uit Föhr (Nordsee-Museum Nissenhaus, Husum;
Foto
2013 Gerd Kühnast
16
Detail
van een tegelwand in een boerderij te Blocksberg (Gem. Galmsbüll).
17
Detail
van een tegelwand in een boerderij op Nommenswarft, Dagebüll.
18
Detail
van een tegelwand in Gasthof Engeln in Emsdetten, Amsterdam, ca.
1760.
Foto
Heiko Wilts.
De
tegelwand in Emsdetten (afb. 18) toont een mengeling van Amsterdamse
tegels naar de prenten van Pieter Schut en van Utrechtse
voorstellingen die na 1750 aan de oorspronkelijke
Amsterdamse voorstellingen toegevoegd werden.
19
Vier
tegels naar de prenten van Pieter Schut, Amalienburg, München, ca.
1739.
Basterde histories
Het
andere type bijbeltegel wordt in Friesland ‘Basterde storie’
genoemd (storie = bijbelhistorie).
Basterd betekent eenvoudig. Het motief is tussen twee heuvels
geschilderd waarop een boom staat met gesponste bladergroepen. Deze
zijn met behulp van een sponsje aangebracht. Omstreeks 1700 waren de
bomen nog voluit geschilderd, rond 1715 komen tegels met bomen voor
die nu eens geschilderd dan weer gesponst zijn. Na 1720 worden ze
uitsluitend gesponst. De voorstelling is tot het eenvoudigste
gereduceerd, waardoor een aantal voorstellingen zonder kennis van de
vroegere uitvoering nauwelijks zijn te herkennen.
Overzicht
2. Lijst van de Basterde histories (Harlingen)
76
|
Gen. 44:11,12
|
De zilveren beker in Benjamins zak gevonden
|
2
|
104
|
Ex. 32:1-4
|
Het gouden kalf - de aanbidding
|
1
|
115
|
Num. 13:23
|
De verspieders
|
4
|
6
|
Luk. 1:28-31
|
De aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria
|
5
|
12
|
Luk. 2:8-11
|
De verkondiging aan de herders
|
5
|
36
|
Joh. 4:7
|
Jezus en de Samaritaanse vrouw
|
2
|
42
|
Mat. 14:6,7
|
De dochter van Herodias (Salome) danst voor Herodes
|
4
|
45
|
Mark. 6:28
|
Johannes de Doper onthoofd - de beul geeft het hoofd aan Salome
|
2
|
49
|
Mat. 16:18,19
|
Jezus geeft de sleutels aan Petrus
|
1
|
54
|
Joh. 8:3-7
|
Jezus en de overspelige vrouw
|
4
|
60
|
Mat. 18:1-3
|
Jezus stelt het kind ten voorbeeld
|
10
|
63
|
Mat. 20:20,21
|
De moeder van de zonen van Zebedeüs
|
2
|
64
|
Luk. 19:3-6
|
Jezus roept Zacheüs uit de boom
|
1
|
77
|
Mat. 7:3
|
De splinter en de balk
|
3
|
134
|
Luk. 5:18-20
|
De genezing van een verlamde te Kafarnaüm
|
4
|
138
|
Mat. 8: 5-8
|
De genezing van de knecht van de Romeinse hoofdman
|
5
|
142
|
Mat. 9:20-22
|
De genezing van de bloedvloeiende vrouw
|
7
|
147
|
Joh. 6:12,13
|
De eerste wonderbare spijziging
|
6
|
158
|
Joh. 11:43,44
|
De opwekking van Lazarus
|
10
|
188
|
Mat. 27:29b
|
De bespotting bij Pilatus
|
5
|
207
|
Luk. 24:15,16
|
De Emmaüsgangers
|
1
|
|
|
|
84
|
Basterde
stories, 84 tegels, OT 3, NT 18.
Tabel
2 De basterde histories van de Sielhof
Overzicht
3. Lijst van de Basterde histories, Harlingen
(in
de vloer van de haardnis, voor zover te herkennen)
76
|
Gen. 44:11,12
|
De zilveren beker in Benjamins zak gevonden
|
2
|
104
|
Ex. 32:1-4
|
Het gouden kalf - de aanbidding
|
1
|
109
|
Ex. 34:29-32
|
Mozes toont de nieuwe stenen tafelen
|
4
|
6
|
Luk. 1:28-31
|
De aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria
|
2
|
36
|
Joh. 4:7
|
Jezus en de Samaritaanse vrouw
|
1
|
42
|
Mat. 14:6,7
|
De dochter van Herodias (Salome) danst voor Herodes
|
2
|
45
|
Mark. 6:28
|
Johannes de Doper onthoofd - de beul geeft het hoofd aan Salome
|
2
|
49
|
Mat. 16:18,19
|
Jezus geeft de sleutels aan Petrus
|
2
|
54
|
Joh. 8:3-7
|
Jezus en de overspelige vrouw
|
1
|
63
|
Mat. 20:20,21
|
De moeder van de zonen van Zebedeüs
|
1
|
77
|
Mat. 7:3
|
De splinter en de balk
|
1
|
138
|
Mat. 8:5-8
|
De genezing van de knecht van de Romeinse hoofdman
|
5
|
142
|
Mat. 9:20-22
|
De genezing van de bloedvloeiende vrouw
|
3
|
147
|
Joh. 6:12,13
|
De eerste wonderbare spijziging
|
1
|
159
|
Mat. 20:29-34
|
De blindengenezing bij Jericho
|
2
|
188
|
Mat. 27:29b
|
De bespotting bij Pilatus
|
1
|
207
|
Luk. 24:15,16
|
De Emmaüsgangers
|
1
|
|
|
Amsterdam
|
32
|
67
|
Mark.12:41-44
|
Het penningske van de weduwe
|
1
|
28
|
Mat. 4:3
|
De verzoeking in de woestijn - stenen veranderen in broden
|
1
|
216
|
1 Kon.17: 6
|
Elia door de raven gevoed
|
1
|
20
De
vloer van de haard met 35 herkenbare voorstellingen.
Restauratie
De
tegels hebben in de loop van de tijd door optrekkend vocht zout
opgenomen, waardoor de glazuur bij een aantal tegels beschadigd
werd. Er werd twee keer gerestaureerd: in 1990 door Tegel- en
Aardewerkabriek van Koninklijke Tichelaar te Makkum en in 2010 door
de Harlinger Aardewerk- en Tegelfabriek Oswald te Harlingen.
21
Overzicht
van de restauratie.
Op de werktafel enkele fasen gedurende de restauratie bij
Oswald in Harlingen.
Zoals
reeds gemeld werden de tegels in 2009 van de muur verwijderd. Daarna
gingen de tegels voor restauratie naar de Harlinger Aardewerk- &
Tegelfabriek van de familie Oswald (afb. 21). Deze liet de tegels
ontzouten. In totaal werden 62 tegels bijgemaakt, geschilderd door
Harm Posthumus. Alle tegels werden op sandwichpanelen met aluminium
honingraat met epoxybekleding gelijmd met een duurzame flexibele kit
en vervolgens in november 2010 door de Harlinger Aardewerk- &
Tegelfabriek weer aangebracht. Echter niet meer in dezelfde ordening
als voor die tijd. Bij het ontzouten zijn de genummerde etiketjes er
af gegaan.
Afbeelding
22 toont aan de hand van drie voorstellingen (De verkondiging aan de
herders, Het penningske van de weduwe; De genezing van de verlamde
te Betesda) de verschillende stijlen.
De
eerste rij toont de originele tegels van 1756, de tweede en derde
rij, die in 1990 bij Tichelaar zijn bijgemaakt door resp. de
schilders Bouke Prins en Jouke Jongstra en tenslotte die van 2010
van Oswald van de schilder Harmen Posthumus.
22
Enkele voorbeelden van de originele tegels en de bijgemaakte tegels
(12 – De verkondiging aan
de herders,
N 67 – Het penningske van de weduwe, N 136 – De genezing
van de verlamde te Betesda).
23
De
30 decors, die bij Oswald geschilderd zijn.
24
Overzicht
van een sterk beschadigde tegel (links onder, Bouke Prins,
Tichelaar) tot de nieuwe bijgemaakte tegel
(rechts boven, Harm Posthumus, Oswald) en glazuurproeven.
Overzicht
4. De afzonderlijke motieven van de Amsterdamse tegels in de Sielhof
met de vermelding van titel en vers en de bijbehorende versregels
De
teksten zijn uit de Nieuwe
Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap, 1972
|
O 7
ADAM EN EVA IN HET PARADIJS
- de zondeval
Gen. 3:6.
En de vrouw zag, dat de boom goed was om van te
eten, en dat hij een lust was voor de ogen, ja, dat de boom
begeerlijk was om daardoor verstandig te worden, en zij nam
van zijn vrucht en at, en zij gaf ook haar man, die bij haar
was, en hij at.
|
|
|
|
O
14
Abel KAÏN SLAAT ABEL DOOD
Gen. 4:8.
Maar Kaïn zeide tot zijn broeder
Abel: (Laten wij het veld ingaan). Toen zij nu in het veld
waren, stond Kaïn tegen zijn broeder Abel op en doodde hem.
|
|
|
|
O 23
DE TORENBOUW VAN BABEL
Gen. 11:3-5.
En zij zeiden tot elkander: Welaan,
laten wij tichelen maken en die goed bakken. En de tichel
diende hun tot steen en het asfalt diende hun tot leem. Ook
zeiden zij: Welaan, laten wij ons een stad bouwen met een
toren, waarvan de top tot de hemel reikt, en laten wij ons een
naam maken, opdat wij niet over de gehele aarde verstrooid
worden. Toen daalde de HERE neder om de stad en de toren, die
de mensenkinderen bouwden, te bezien, (...)
|
|
|
|
O
34
DE VERWOESTING VAN SODOM EN GOMORRA - Lots vrouw tot zoutpilaar geworden
Gen. 19:26.
Maar zijn vrouw, die achter hem
liep, zag om, en werd een zoutpilaar
|
|
|
|
O
57
JAKOB WORSTELT MET DE ENGEL
Gen. 32:24,25.
Zo bleef Jakob alleen achter. En
een man worstelde met hem, totdat de dag aanbrak. Toen deze
zag, dat hij hem niet overmocht, sloeg hij hem op zijn
heupgewricht, zodat Jakobs heupgewricht ontwricht werd,
terwijl hij met hem worstelde.
|
|
|
|
O
76
DE ZILVEREN BEKER IN BENJAMINS ZAK GEVONDEN
Gen. 44:11,12.
Toen haastte ieder van hen zich
zijn zak af te laden op de grond, en ieder opende zijn zak. En
hij stelde een onderzoek in; hij begon bij de oudste en
eindigde bij de jongste; en de beker werd gevonden in
Benjamins zak.
|
|
|
|
O 86
MOZES BEGRAAFT DE EGYPTENAAR
Ex. 2:12b
(...) en verborg hem in het zand.
|
|
|
|
O 109
MOZES TOONT DE NIEUWE STENEN TAFELEN
Ex. 34:29-32.
Toen Mozes van de berg Sinai
afdaalde, - de twee tafelen der getuigenis nu waren in de hand
van Mozes, toen hij van de berg afdaalde - wist hij niet, dat
de huid van zijn gelaat straalde, doordat hij met Hem
gesproken had. Toen Aäron en al de Israëlieten Mozes zagen,
zie, de huid van zijn gelaat straalde, en zij durfden hem niet
naderen. Toen riep Mozes hen tot zich, en Aäron en al de
vorsten in de vergadering keerden tot hem terug en Mozes sprak
hen toe. Daarna naderden al de Israëlieten en hij gebood hun
al wat de HERE tot hem gesproken had op de berg Sinai.
|
|
|
|
O
116
DE KOPEREN SLANG
Num 21:8,9.
De HERE zeide dan tot Mozes: Maak
een vurige slang en plaats die op een staak; ieder, die
daarnaar ziet, wanneer hij gebeten is, zal in leven blijven.
Toen maakte Mozes een koperen slang en plaatste die op een
staak; en wie, wanneer een slang hem gebeten had, op de
koperen slang zijn blik richtte, bleef in leven.
|
|
|
|
O 120
DE DOOD VAN MOZES
Deut. 34:1-5.
Toen beklom Mozes uit de velden van
Moab de berg Nebo, de top van de Pisga, die tegenover Jericho
ligt, en de HERE liet hem het gehele land zien: Gilead tot Dan
toe, het gehele Naftali, het land van Efraïm en Manasse, het
gehele land van Juda tot aan de achterste zee, het Zuiderland
en de Streek, het dal van Jericho, de Palmstad, tot Soar toe.
En de HERE zeide tot hem: Dit is het land, dat Ik Abraham,
Isaak en Jakob onder ede beloofd heb met deze woorden: aan uw
nageslacht zal Ik het geven. Ik heb het met uw ogen laten
zien, maar gij zult daarheen niet overtrekken. Toen stierf
Mozes, de knecht des HEREN, aldaar in het land Moab, volgens
des HEREN woord.
|
|
|
|
O 144
SIMSON VERSCHEURT EEN LEEUW
Richt. 14:6.
Maar de Geest des HEREN greep hem
aan, zodat hij die uiteenscheurde, zoals men een bokje
uiteenscheurt - zonder dat hij iets in de hand had. Noch aan
zijn vader noch aan zijn moeder deelde hij echter mee, wat hij
gedaan had.
|
|
|
|
O
174
DAVID HOUWT GOLIAT HET HOOFD AF
1 Sam. 17:51.
David snelde toe, bleef bij de Filistijn staan, greep
diens zwaard, trok het uit de schede en doodde hem. Hij hieuw
hem het hoofd ermee af. Toen de Filistijnen zagen, dat hun
held dood was, sloegen zij op de vlucht.
|
|
|
|
O
216
ELIA DOOR DE RAVEN GEVOED a
1 Kon. 17:6.
De raven brachten hem des morgens
brood en vlees, en des avonds brood en vlees, en hij dronk uit
de beek.
|
|
|
|
O 216
ELIA DOOR DE RAVEN GEVOED b
1 Kon. 17:6.
De raven brachten hem des morgens
brood en vlees, en des avonds brood en vlees, en hij dronk uit
de beek.
|
|
|
|
O
228
ELIA'S HEMELVAART
2 Kon. 2:11.
En, terwijl zij voortgingen, al
wandelende en sprekende, zie, een vurige wagen en vurige
paarden! en die maakten een scheiding tussen hen beiden. Alzo voer Elia in een storm ten hemel.
|
|
|
|
O 231
ELISA DOOR DE KINDEREN VAN BETEL BESPOT
2 Kon. 2:23,24a.
Vandaar ging hij naar Betel. En
toen hij de weg opklom, kwamen er kleine knapen uit de stad,
die de spot met hem dreven en hem toeriepen: Kom op, kaalkop!
Kom op, kaalkop! Toen wendde hij zich om, zag hen en
vervloekte hen in de naam des HEREN.
|
|
|
|
O 290
JONA WORDT AAN LAND GESPUWD
Jona 2:10.
En de HERE sprak tot de vis en deze
spuwde Jona uit op het droge.
|
|
|
|
O
302
TOBIAS EN DE ENGEL ONDERWEG
Tob. 6:4-6 (St.V. 6:6,7).
De engel vervolgde: 'Snijd de vis
open, haal het hart, de lever en de gal eruit en berg die goed
op.' En
de jongeman deed wat de engel hem zei. Daarna bakten ze de vis en gingen eten. Samen
zetten zij hun reis naar Ekbatana voort.
|
|
|
|
N 12
DE VERKONDIGING AAN DE HERDERS
Luc. 2:8-11.
En er waren herders in diezelfde
landstreek, die zich ophielden in het veld en des nachts de
wacht hielden over hun kudde. En opeens stond een engel des
Heren bij hen en de heerlijkheid des Heren omstraalde hen, en
zij vreesden met grote vreze. En de engel zeide tot hen: Weest
niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die
heel het volk zal ten deel vallen: U is heden de Heiland
geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David.
|
|
|
|
N
21
DE VLUCHT NAAR EGYPTE
Mat. 2:14.
Hij stond op en hij nam in de nacht
het kind en zijn moeder en week uit naar Egypte, (...)
|
|
|
|
N 27
DE DOOP VAN JEZUS IN DE JORDAAN
Mat. 3:16 // Marc. 1:10 // Luc. 3:21b,22.
Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het
water. En zie, de hemelen openden zich, en hij zag de
Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen.
|
|
|
|
N
28
DE VERZOEKING IN DE WOESTIJN
- stenen veranderen in broden
Mat. 4:3 // Marc. 1:13 // Luc. 4:3.
En de verzoeker kwam en zeide tot
Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg dan, dat deze stenen
broden worden.
|
|
|
|
N
36
JEZUS EN DE SAMARITAANSE VROUW
Joh. 4:7.
Er kwam een vrouw uit Samaria om
water te putten. Jezus zeide tot haar: Geef Mij te drinken.
|
|
|
|
N
67
HET PENNINGSKE VAN DE WEDUWE
Marc. 12:41-44 // Luc. 21:1-4.
En Hij ging tegenover de offerkist
zitten en zag met aandacht, hoe de schare kopergeld wierp in
de offerkist. En vele rijken wierpen er veel in. En er kwam
een arme weduwe, die er twee koperstukjes in wierp, dat is een
duit. En Hij riep zijn discipelen en zeide tot hen: Voorwaar,
Ik zeg u, deze arme weduwe heeft het meeste in de offerkist
geworpen van allen, die er iets in geworpen hebben. Want allen
hebben er in geworpen van hun overvloed, maar zij heeft van
haar armoede er in geworpen, al wat zij had, haar ganse
levensonderhoud.
|
|
|
|
N 92
DE BARMHARTIGE SAMARITAAN
- hulp voor de gewonde
Luc. 10:29b-34a.
(...) En wie is mijn naaste? Daarop
hernam Jezus en zeide: Een zeker mens daalde af van Jeruzalem
naar Jericho en viel in de handen van rovers, die hem niet
alleen uitschudden, maar ook slagen gaven en weggingen,
terwijl zij hem halfdood lieten liggen.
Bij geval daalde een priester af langs die weg; en deze zag
hem, doch ging aan de overzijde voorbij. Evenzo ging ook een
Leviet langs die plaats en hij zag hem en ging aan de
overzijde voorbij. Doch een Samaritaan, die op reis was, kwam
in zijn nabijheid, en toen hij hem zag, werd hij met
ontferming bewogen. En hij ging naar hem toe, verbond zijn
wonden, goot er olie en wijn op; (...)
|
|
|
|
N 107
DE VERLOREN ZOON ALS VARKENSHOEDER
Luc. 15:14-17.
Als het geld op is treedt hij in dienst bij een heidense
burger van dat land.
Toen hij er alles doorgebracht had,
kwam er een zware hongersnood over dat land en hij begon
gebrek te lijden. En hij trok er op uit en drong zich op aan
een der burgers van dat land en die zond hem naar het veld om
zijn varkens te hoeden. En hij begeerde zijn buik te vullen
met de schillen, die de varkens aten, doch niemand gaf ze hem.
Toen kwam hij tot zichzelf en zeide: Hoeveel dagloners van
mijn vader hebben brood in overvloed en ik kom hier om van de
honger.
|
|
|
|
N 110
DE RIJKE MAN EN DE ARME LAZARUS
- de maaltijd van de rijke man
Luc. 16:19-21.
En er was een rijk man, die gekleed
ging in purper en fijn linnen en elke dag schitterend feest
hield.
En er was een bedelaar, Lazarus genaamd, vol zweren,
nedergelegd bij zijn voorportaal, die verlangde zijn honger te
stillen met wat van de tafel van de rijke afviel; zelfs kwamen
de honden zijn zweren likken.
|
|
|
|
N 136
DE GENEZING VAN DE VERLAMDE TE BETESDA
Joh. 5:5-9.
En daar was een man, die reeds
achtendertig jaar lang ziek geweest was. Hem zag Jezus liggen
en daar Hij wist, dat hij daar reeds lange tijd was, zeide Hij
tot hem: Wilt gij gezond worden? De zieke antwoordde Hem:
Here, ik heb geen mens om mij, zodra er beweging komt in het
water, in het bad te werpen; en terwijl ik onderweg ben, daalt
een ander vóór mij af. Jezus zeide tot hem: Sta op, neem uw
matras op en wandel. En terstond werd de man gezond en nam
zijn matras op en ging zijns weegs. Nu was het sabbat op die dag.
|
|
|
|
N 138
DE GENEZING VAN DE KNECHT VAN DE ROMEINSE HOOFDMAN VAN KAFARNAÜM a
Mat. 8:5-8 // Luc. 7:1-7.
Toen Hij nu Kafarnaüm binnenging, kwam een hoofdman tot
Hem met een bede, en zeide: Here, mijn knecht ligt thuis,
verlamd, met hevige pijn. Hij zeide tot hem: Zal Ik komen en hem genezen?
Doch de hoofdman antwoordde en zeide: Here, ik ben niet waard,
dat Gij onder mijn dak komt, maar spreek slechts een woord en
mijn knecht zal herstellen.
|
|
|
|
N 138
DE GENEZING VAN DE
KNECHT VAN DE ROMEINSE HOOFDMAN VAN KAFARNAÜM b
Mat. 8:5-8 // Luc.
7:1-7.
Toen Hij nu Kafarnaüm
binnenging, kwam een hoofdman tot Hem met een bede, en zeide:
Here, mijn knecht ligt thuis, verlamd, met hevige pijn. Hij
zeide tot hem: Zal Ik komen en hem genezen? Doch de hoofdman
antwoordde en zeide: Here, ik ben niet waard, dat Gij onder
mijn dak komt, maar spreek slechts een woord en mijn knecht
zal herstellen.
|
|
|
|
N 140
JEZUS STILT DE STORM OP HET MEER
Mat. 8:23-27 // Marc. 4:35-41 // Luc. 8:22-28.
En toen Hij in het schip ging,
volgden zijn discipelen Hem. En zie, er kwam een grote
onstuimigheid op de zee, zodat de golven over het schip
sloegen; maar Hij sliep. En zij kwamen en maakten Hem wakker
en zeiden: Here, help ons, wij vergaan! En Hij zeide tot hen:
Waarom zijt gij bevreesd, kleingelovigen? Toen stond Hij op en
bestrafte de winden en de zee, en het werd volkomen stil. En
de mensen verwonderden zich en zeiden: Wat voor iemand is
deze, dat ook de winden en de zee Hem gehoorzaam zijn?
|
|
|
|
N 158
DE OPWEKKING VAN LAZARUS
Joh. 11:43,44.
En na dit gezegd te hebben, riep
Hij met luider stem: Lazarus, kom naar buiten! De gestorvene
kwam naar buiten, de voeten en de handen gebonden met
grafdoeken, en er was een zweetdoek om zijn gelaat gebonden.
Jezus zeide tot hen: Maakt hem los en laat hem heengaan.
|
|
|
|
N
163
DE VERVLOEKING VAN DE VIJGEBOOM
Mat. 21:19 // Marc. 11:13.
En daar Hij een vijgeboom aan de
weg zag staan, ging Hij erheen, doch Hij vond niets daaraan,
dan alleen bladeren. En Hij zeide tot hem: Nooit groeie aan u
enige vrucht meer, in eeuwigheid! En terstond verdorde de vijgeboom.
|
|
|
|
N 164
JEZUS DOOR DE ZONDARES GEZALFD
Luc. 7:37,38 // Joh. 12:3.
En zie een vrouw, die in de stad
als zondares bekend stond, bemerkte, dat Hij aan tafel was in
het huis van de Farizeër. En zij bracht een albasten kruik
met mirre, en zij ging wenende achter Hem staan, bij zijn
voeten, en begon met haar tranen zijn voeten nat te maken en
droogde ze af met haar hoofdhaar, en kuste zijn voeten en
zalfde ze met de mirre.
|
|
|
|
N 167
DE VOETWASSING
- Petrus weigert zich de voeten te laten wassen door Jezus
Joh. 13:6-8a.
Hij kwam dan bij Simon Petrus. Deze
zeide tot Hem: Here, wilt Gij mij de voeten wassen? Jezus
antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet,
maar gij zult het later verstaan. Petrus zeide tot Hem: Gij
zult mijn voeten niet wassen in eeuwigheid!
|
|
|
|
N 173
GEBED IN GETSEMANE - Jezus gesterkt door een engel
Luc. 22:43.
En Hem verscheen een engel uit de
hemel om Hem de kracht te geven.
|
|
|
|
N 178
DE (DERDE) VERLOOCHENING VAN PETRUS
Mat. 26:75a // Marc. 14:72 // Luc. 22:60 // Joh. 18:27
En terstond kraaide een haan. En
Petrus herinnerde zich het woord, dat Jezus gesproken had: Eer
de haan kraait, zult gij Mij driemaal verloochenen.
|
|
|
|
N 186
DE GESELING
Joh. 19:1 // Mat. 27:26 // Marc. 15:15.
Toen nam dan Pilatus Jezus en liet
Hem geselen.
[het
vastbinden aan de geselpaal staat niet in de bijbel]
|
|
|
|
N 203
DE OPSTANDING
Mat. 28:2-4 // (Luc. 24:5,6).
En zie, er kwam een grote
aardbeving, want een engel des Heren daalde uit de hemel neder
en kwam nader en hij wentelde de steen weg en zette zich
daarop. Zijn uiterlijk was als een bliksem en zijn kleding wit
als sneeuw. En de bewakers werden door vrees voor hem bevangen
en zij werden als doden.
|
De
schouw
Behalve
de bijbeltegels in de Fliesensaal
is de schouw in de Upkammer een
pronkstuk, bestaande uit drie grote bloemenvazen, de middelste bloemenvaas is
omlijst met randtegels. De haardnis wordt aan weerskanten afgesloten met een
feston. Onderaan bevinden zich twee rijen tegels met een ornament.
In de vloer van de haardnis zijn 35 herkenbare Basterde histories en 3
Amsterdamse tegels aangebracht.
25
De
haard met de bloemenvazen
26
Boezem
van de schouw.
Boven
de haardstede staan in de boezem de versregels uit de eerste brief van Petrus (1
Petrus 2:17):
THUT
. EHER . IEDERMANN
HABT . DIE BRÜDER . LIEB
FÜRCHTET GOTT
EHRET DEN KÖNIG.
1 . S : PETRI 2 CAPITEL v 17.
In
de fraaie gespiegelde letters (spiegelmonogram) kan men de letters S F E
(Siebelt Frerichs Eymen) lezen.
De eerste grote verbouwing van de Sielhof zal plaats gevonden hebben toen in
1906 George van Eucken de eigenaar werd. Bij de restauratie en uitbreiding in de
jaren 1988-1990 bleek dat ook in de Fliesensaal
een schouw was geweest en dat de oostelijke muur ook betegeld is geweest gezien
de afdrukken van tegels. Het is niet practisch en logisch een schouw te bekleden
met dure tableaus zoals nu het geval is. De heer Horst Arians te Remels, die bij
de restauratie in 1988 betrokken was, neemt aan dat die tableaus in de
oostelijke wand hebben gezeten. Daar trof hij afdrukken van tegels aan.
De bloemenvazen van ieder 6 x 4 tegels en de twee festonnen van 6 tegels zijn
geschilderd door Pals Karsten (ca. 1723-1776) van de gleibakkerij Buiten de
Kerkpoort te Harlingen. Hij schilderde gedurendende 25 jaar tegeltableaus en
faiencen van hoge kwaliteit. Een specialisme van hem waren schepentableaus en
bloemenvazen. Van de schepentableaus konden 32 gedocumenteerd worden, van de
bloemenvazen 17 stuks, daarvan 12 in de grootte van 6 x 4 tegels.
De rechter en linker bloemenvaas in de haardnis worden geflankeerd door een
putto, die in het midden door twee papegaaien. In de piedestal heeft Pals
Karsten een schip geschilderd, op die in het midden een stadsgezicht aan water.
Tegeltableaus zijn aan de achterzijde genummerd. De nummering is vaak een
kenmerk van het handschrift van de schilder en/of een toeschrijvng van een
bepaalde tegelbakkerij. Behalve de nummers is bijna altijd een letter
geschilderd opdat de tegels na het sorteren bij elkaar blijven. De tableaus in
de Sielhof zijn in 1992 uit de wand geweest om gerestaureerd te worden. Daarbij
is gelukkig ook de achterzijde gefotografeerd. De bloemenvazen zijn van onder
links naar rechts boven genummerd met 1 tot 24. Elke bloemenvaas heeft een eigen
letter. Het tableau links draagt een F, die in het midden een B en de rechter
een E. De schrijfwijze van de nummering en letters zijn kenmerkend voor Pals
Karsten.
De haardstede wordt aan beide zijden afgesloten door een feston van zes tegels
hoog. Gewoonlijk zijn twee festonnen elkaars spiegelbeeld, hier echter zijn het
twee gelijke.
27a
Bloemenvaas,
voorzijde, Pals Karste Harlingen, 1756
27b
Bloemenvaas,
achterzijde met de tableaunummering F, Pals Karsten, Harlingen, 1756.
28
Bloemenvaas
B (letters aan de achterzijde), Pals Karsten, Harlingen 1756.
29
Bloemenvaas
E (letters aan de achterzijde), Pals Karsten, Harlingen, 1756.
30
Ornament,
in het Harlinger modellenboek van ca. 1790 ‘Afrikaanse veren’ genoemd,
Harlingen, 1756.
31
Randtegels,
in het Harlinger modellenboek van ca. 1790 ‘Uitvolde List’ genoemd
(uitgevulde rand), Harlingen, 1756.
32
Randtegels,
‘Uitvolde List’ (uitgevulde rand), Harlingen, 1756.
33
Feston,
6 x 1 tegel, Pals Karsten, Harlingen, 1756.
In
deze bijdrage is getracht aan te tonen dat deze betegeling van de Sielhof vanuit
verschillende gezichtspunten zeer interessant is. Voor het eerst is het belang
van de Utrechtse tegelfabrikanten aangetoond. Hun producten dienden als
voorbeeld, zowel voor Amsterdam als ook voor Harlingen.
Verantwoording van de afbeeldingen
Wolfgang
Beier, Mönkeboe 12, alle tegels (behalve de Basterde histories) van de Sielhof
in de tabellen + Overzicht 4 betreffende de beschrijving met bijbelteksten
Klaus Peter Dyroff, Schmiedeberg 5, 6, 7, 8
Gemeentmuseum Het Hannemahuis, Harlingen 31 (modellenboek)
Wilhelm Joliet, Königswinter 14, 19
Gerd Kühnast, Husum 11, 16
Rikus Oswald, Harlingen 21, 23
Jan Pluis, Noordsleen 2, 4, 9, 13, 16, 17, 20, 24, 27-30, 32, 33 + de sponsen en
tegels (die niet in de Sielhof voorkomen) in
de tabellen
Achim Röder, Neuenhaus 25, 26
Nederlands Tegelmuseum, Otterlo 10
Heiko Wilts, Norden 3, 18
Mijn
dank gaat uit naar de Kurverein Neuharlingersiel e.V., vooral in de persoon van
Erwin Jacobs, die mij het mogelijk maakte deze publicatie te laten verschijnen.
Er is ook een brochure gemaakt voor een breed publiek:
Historische Bibelfliesen im Sielhof Neuharlingersiel - Biblische Erzählungen
auf gebranntem Ton.
Deze zal in de herfst van 2015 bij de Kurverein Neuharlingersiel e.V.
verschijnen.
Wilhelm Joliet en zijn zoon Norbert Joliet dank ik voor de voorbereiding van
deze publicatie en het geschikt te maken voor internet.
|