VOORBEELDEN
VAN TEGELS
J. VAN HULST, HARLINGEN

 

Plateel- en gleibakkerij

Tegel- en aardewerkbakkerij

 

1634-1663    Kerkbuurt

1663-1933    Buiten de Kerkpoort

1849-1933    Fa. Jan van Hulst (zie voor gespecificeerde gegevens Gierveld, Fries Aardewerk V, p. 33-45)

1 nov. 1849   Jan van Hulst koopt de 'plateel- en gleibakkerij' van Meile van der Plaats.

7 juni 1873    Van Hulst krijgt het predicaat 'koninklijk', de naam wordt dan: Koninklijke Fabriek van Muurtegels.

1883              Jan van Hulst overlijdt. Jan van Hulst III en Sybrand van Hulst worden de eigenaren.

1884              Jan van Hulst III overlijdt.

1892              Sybrand van Hulst overlijdt. De zoon van Jan van Hulst III, Sybrand, krijgt de leiding samen met zijn neven Jan van Hulst IV en Hermannus Henricus van Hulst.

1933              Sluiting van de fabriek.

 

“In de tegel- en aardewerkbakkerij van Van Hulst en voorgangers werden tot omstreeks 1900 producten met traditionele decors gefabriceerd. Dat veranderde kort daarna, toen de Jugendstil alom zijn invloed deed gelden. Er ver|schenen in die tijd verschillende catalogi van Van Hulst, voor een deel met traditionele decors, maar ook de jugendstil komt ruimschoots aan bod. Het modellenboek Koninklijke Fabriek van Witte en Geschilderde Muurtegels van ca. 1902 omvat 16 pagina's (inclusief de titelpagina; 43,5x 31 cm) en geeft 349 decors weer met toepassingen van jugendstiltegels en lambriseringen. In 1908 verscheen een kleinere uitgave (34 x 16,5 cm) van 24 pagina's (inclusief titelpagina) met 201 decors, voor een groot deel dezelfde als die van 1902, maar ook met nieuwe ontwerpen (afb. 16 in Fries Aardewerk VI, p. 213). Er is een interne catalogus bijgehouden waarin alle decornummers - en in een aantal gevallen ook de decornamen - zijn vermeld. Het hoogste nummer is 2291 (Pluis 1995, p. 29). Daaruit krijgt men een redelijk goed overzicht van de soorten decors in de loop van de tijd. Het merendeel van de ongeveer 1350 afbeeldingen heeft een jugendstildecor (na nummer 1095) (zie p. 213-215 in Fries Aardewerk VI).

De eigenaren van enkele aardewerkbedrijven, met name Plateelbakkerij Holland, Gebr. Ravesteijn, Tjallingii, Van Hulst en Tichelaar, stuurden elkaar rond 1900 'geregistreerde' decors op een tegel voorzien van een etiketje met de gegevens. Van Van Hulst zijn getekende en gedrukte decors bekend die aan Tichelaar werden gestuurd. In 1902 verscheen nog een modellenboek in twee delen met ongeveer 185 ontwerpen voor gevelbetegelingen en winkelinterieurs (29,3 x 32,2 cm).”

Jan Pluis in: Nederlandse Tegels 1900 – 2000, Primavera Pers, Leiden 2008.

 

Bronnen

Arend Jan Gierveld / Jan Pluis, Fries Aardewerk V en VI, Leiden 2005

Jan Pluis, De Nederlandse Tegel, decors en benamingen 1570-1930, derde, herziene en

vermeerderde druk, Primavera Pers, Leiden 2013

 

 

 01

 

 02

 

 

 03

 

 04

 

 05

 

 06

 

 07

 

 08

 

 09

 

 10

 

 11

 

 12

 

 13

 

 14

 

 15

 

 16

 

 17

 

 18

 

 19

 

 20

 

 21

 

 22

 

 23

 

 24

 

 25

 

 26

 

 

Dankzegging

Jan Pluis will ik bedanken voor zijn hulp bij het opstellen van het bericht.
Ik dank mijn zoon Norbert voor redactie en publicatie van het bericht.